Samenvatting :
Een stukje geschiedenis: Het dateert uit 1893 toen een zekere Duitse chemicus Otto Schott borosilicaatglas ontwikkelde dat hij via zijn stichting "Schott AG" op de markt bracht onder de naam Duran.
In 1908 ontwikkelde de onderzoeksdirecteur Eugène Sullivan voor het bedrijf "Corning Glass Works" een borosilicaatglas met een lage uitzettingssnelheid, dat bestand was tegen thermische schokken met minder schade, genaamd Novex. Aanvankelijk werd Novex vooral gebruikt in lantaarnbollen en in batterijen. Toen met Jesse Littleton, ook bij Corning Glass Work, begrepen ze het belang van borosilicaatglas in de kookwereld, en daarom werden de eerste gerechten ontwikkeld in Novex. Later kregen de producten bekendheid voor massaconsumptie, werd borosilicaat qua samenstelling verbeterd en werd het glas in 1915 op de markt gebracht onder de naam Pyrex. Beetje bij beetje kwamen er glazen, kommen, schalen voor de oven… Toen voor de vlammen (die waren blauwachtig door het toegevoegde magnesiumsulfaat)
U hebt het dus begrepen: Pyrex is een merknaam zoals “Frigidaire” was, dat wil zeggen gelexicaliseerd, het is in de algemene taal terechtgekomen en duidt vaak een product aan dat niet van het merk Pyrex is. Het domein blijft echter dat van ovenschalen en kookpotten, omdat ze zeer goed bestand zijn tegen thermische schokken. Spiegels, kachelruiten, laboratoriumglaswerk, enz. omdat het een hittebestendig borosilicaatglas is met een lage thermische uitzettingssnelheid.
Borosilicaat wordt verkregen uit siliciumdioxide en natriumboraat. De thermische uitzettingscoëfficiënt is zeer laag, wat hem zijn weerstandseigenschappen onder alle omstandigheden geeft. Dit type glas is lichter dan gewoon glas en toch bestand tegen thermische en chemische schokken, hitte en kou.