Samenvatting :
Deze jade staat bekend als Ruyang-jade. Het product is afkomstig van de condensatie van magma dat vrijkomt uit vulkanen. Toen het vulkanische gesteente condenseerde, vormden gassen poriën in het gesteente (andesiet, antracietkleur), en toen de poriën gevuld waren met ijzerhoudend agaat, waren ze rood, toen ze gevuld waren met chloriet, waren ze groengeel, het chloriet maakt de steen donkergroen. Gevuld met calciet of kwarts is het wit, kleurloos of transparant. Wanneer de jade wordt gepolijst, nemen deze met mineralen gevulde vormen de vorm aan van bloemen die doen denken aan de pruimenboom. Kronkelige scheuren, ook gevuld met mineralen, roepen takken op. Op een zwarte of antracietkleurige achtergrond van de andesiet geeft dit dit bijzondere resultaat, van vertakkingen en bloemen.
De mijnbouw van pruimenbloesemjade begon in de Shang- en Zhou-dynastie. Later werd pruimenbloesemjade tijdens de Han-dynastie door keizer Guangwu uitgeroepen tot ‘nationale schat’.
De afgelopen jaren is de ertsbron uitgeput als gevolg van overexploitatie.
Pruimenbloesemjade is “vet en glanzend”, met een extreem sterke, dichte en vasthoudende, met elkaar verweven sporen- en takstructuur.
De waarde van pruimenbloesemjade wordt bepaald door het aantal bloemen en de schoonheid van de takken vermengd met de bloemen in het ontwerp.